info@judaica-zwolle.nl
Stichting Judaica Zwolle
Synagogepad

13e Synagogepad - 4e Samuel-Hirschlezing - Zwolse synagoge - 2002
Vierde Samuel-Hirschlezing

Ook in 2002 organiseerde de Stichting Judaica Zwolle samen met het Genootschap Nederland-Israël Afdeling Zwolle weer het jaarlijkse Synagogepad. Deze keer op zondag 6 oktober.

Wegens de zorgelijke ontwikkelingen die zich in de loop van het jaar in Israël voltrokken, werd het dertiende synagogepad dit jaar bescheiden van opzet gehouden. Daarom bestond het alleen uit een ochtendprogramma met de vierde Samuel Hirsch-lezing door Rabbijn Tzvi Marx. Rabbijn Marx liet de actualiteit van het jodendom zien aan de hand van het onderwerp "Gehandicapten en de joodse wet". Na deze lezing was er voor de deelnemers gelegenheid vragen te stellen en nog wat na te praten. Er was geen uitgebreid middagprogramma, zoals andere jaren.

Foto : Rabbijn Marx (rechts) met Harry Kan, voorzitter van de Joodse Gemeente Zwolle, na afloop van de lezing.

Omgang met de gehandicapte medemens
Mag iemand in een rolstoel een gebedsdienst leiden en moet een geestelijk gehandicapte zich aan de spijswetten houden? In zijn boek Disability and Jewish Law (Gehandicapten en de joodse wet) gaat rabbijn Tzvi Marx in op de positie van lichamelijk en geestelijk gehandicapten in het jodendom. Het jodendom kent wat dit betreft een zeker spanningsveld. De traditie eist dat men zich opwerpt voor de zwakkeren, maar anderzijds worden veel beslissingen over gedragsregels beïnvloed door het ideaal van een leven in gezondheid. Rabbijn Marx brengt dit spanningsveld in kaart en hij is daarvoor goed toegerust. Met een opleiding tot rabbijn aan de Yeshiva University in New York en geïnspireerd door modern-orthodoxe rabbijnen als Soloveitchik en Hartman neemt hij de klassieke teksten ter hand om antwoord te geven op moderne vragen. Zo haalt hij de Talmoed aan om te laten zien dat een joodse man die blind is, wel een klein gebedskleed moet dragen om anderen te laten zien dat hij geen heiden is. Hetzelfde geldt ook voor het aansteken van de sjabbat- en chanoekakaarsen. De chanoekakaarsen worden immers aangestoken om met anderen het wonder te delen en de sjabbatskaarsen brengen vrede in huis. De blinde moet ze zelfs aansteken als hij alleen is. En hoewel het hierbij steeds gaat om de relatie tussen handicaps en joods leven, kunnen ook niet-joodse geïnteresseerden veel profijt hebben van de wijze waarop binnen het jodendom met deze problematiek wordt omgegaan. De overwegingen die ten grondslag liggen aan onze omgang met gehandicapten, zijn universeel en ook in een niet-joodse context bruikbaar.

De ochtend werd bezocht door ca. 80 deelnemers.