info@judaica-zwolle.nl
Stichting Judaica Zwolle
Concerten

Russisch-Joodse Muziek - Alexander Oratovsky en Flora Oemarova - 1999
Bevrijdingsconcert 1999

Het bevrijdingsconcert 1999 in de Zwolse synagoge had te kampen met een kleine tegenslag, die echter fantastisch werd opgevangen. Omdat het aangekondigde concert van sopraan Mania Katz, wegens een plotselinge aandoening, niet door kon gaan, verzorgden de cellist Alexander Oratovsky en de pianiste Flora Oemarova een aangepast programma met Russisch-joodse muziek voor cello en piano.

Uitgevoerd werden werken van Jo'el Engel, Lazar Saminsky, Moisje Milner, Boris Lewenson, Alexander Zjitomirski, Josef Achron, Alexander Krein, Alexander Weprik, Israel Finkelstein, Moisje Weinberg en Abraham Jusfin. In de Zwolse Courant schreef Jos van der Wulp een lovende recensie over dit concert (hieronder te downloaden). Het concert begon om 20.00 uur en werd georganiseerd door de Stichting Judaica Zwolle.

Alexander Oratovsky

De cellist Alexander Oratovski werd in 1950 in St. Petersburg geboren. In 1973 studeerde hij cum laude af aan het St. Petersburgs Conservatorium. Sinds 1990 woont hij in Nederland, waar hij sinds 1993 cellist is bij Het Brabants Orkest. In 1991 was Oratovsky de prijswinnaar van het internationale concours in Baden-Baden. In 1988 kwam een map vol onbekende werken van componisten van het St. Petersburgs Genootschap voor Joodse Volksmuziek in zijn bezit. Dit gezelschap - een Genootschap voor klassieke muziek - werd oorspronkelijk in 1908 in St. Petersburg opgericht. Het was in die tijd in Rusland onmogelijk het Joodse geloof in openheid te beleven. Ondergronds werkte het Genootschap daarom aan de verbreiding van de Joodse muzikale cultuur.

Oratovsky heeft diverse van deze stukken bewerkt en er een zeer interessant programma van gemaakt, waarvan in dit concert een selectie te beluisteren viel. Samen met de pianiste Flora Oemarova bracht hij een programma waarin de geschiedenis van de Joods klassieke muziek doorklinkt. 

COMPONISTEN UIT HET SINT PETERSBURGS GENOOTSCHAP

Joël Engel was de eerste Joodse componist die zich met Joodse folklore bezighield. 'Chabader Melodie' en 'Freilechs' zijn in de geest van de synagogale en klezmermuziek geschreven.

Lazar Saminsky was een van de meest actieve personen van het Genootschap. Zijn 'Kleine Rhapsodie' is een combinatie van twee volksmelodieën, een synagogale en een dansmelodie. Hierbij zijn gebed en dans twee helften van een ziel en vullen elkaar prachtig aan. Hij is geëmigreerd naar de VS.

Moisje Milner werd in 1912 lid van het Genootschap. Het woord 'Agada' betekent een verzameling van de gedenkspreuken uit de Talmoed.

Boris Lewenson was ook een leerling van Rimsky-Korsakov, zoals de meeste componisten van dit Genootschap. Drie composities van Lewenson, voor cello en piano, zijn door het St. Petersburgs Genootschap uitgevoerd en uitgegeven. In 1918 is hij geëmigreerd naar de VS.

In Alexander Zjitomirski's 'Dem Rebben's Nigun' ('De Melodie van de Rabbijn') is een oud Joods-Russische melodie herkenbaar aanwezig. Eén van de belangrijkste activiteiten van het Genootschap was het verzamelen van volksmuziek. Leden van het gezelschap reisden door Joodse steden en dorpen om volksmelodieën op een fonogram op te nemen.

Josef Achron, violist en componist, heeft zijn 'Fragment Mystique' en 'Scher' op basis van authentieke volksthema's geschreven. Hij emigreerde naar de VS.

Alexander Krein was een van de meest actieve leden van het Genootschap. In zijn muziek verbindt hij veelkleurige westerse impressionistische harmonieën met authentieke Joodse melodieën. Hij is volgeling van Skrjabin en Debussy. In zijn 'Herbreeuwse caprice' kunt u beluisteren hoe hij door de Joodse muziek werd meegesleept.

Alexander Weprik was een leerling van Alexander Zjitomirsky. In 1928, het Stalin tijdperk, werd een verordening over de 'volksvijandige muziek' afgekondigd. Weprik trad hiertegen op. Zijn verzet klinkt door in zijn 'Twee stukken over volksthema's'.

Israel Finkelstein was een leerling van Sjostakovitsj en zijn assistent aan het Moskouse Conservatorium. De 'Aria' is het tweede deel van een celloconcert. Het heeft vele trekken van de synagogale muziek met een vrij veranderlijk ritme. De 'Dans', het eerste deel voor een suite voor cello en piano, is met Joodse humor geschreven. Het is grotesk met onverwachte klemtonen.

Moisje Weinberg is een beroemde Sovjet-Russische componist. Zijn oeuvre is zeer veelomvattend. Zijn werk bevat vele Joods muzikale elementel. Weinberg was een vriend van Sjostakovitsj. Zij hebben sterke invloed op elkaar gehad. Zijn 'Allegretto' uit de sonate voor cello is door Weinberg aan Rostropovitsj opgedragen.

Abraham Jusfin was componist, musicoloog en hoogleraar aan de St. Petersburgse Joodse Universiteit. Hij was student van een van de stichters van het Genootschap, Michael Gnessin: 'Ik, jij met ons twee' is een suite van zijn hand waarin Jusfin in het eerste deel een vocale melodie en in he tweede deel een dansmelodie uitwerkt. In het derde deel worden beide elementen samengevoegd.

Informatie ontleend aan Jewish Music Management Amsterdam.