info@judaica-zwolle.nl
Stichting Judaica Zwolle
Judaicanon

Judaicanon Venster 1 - De eerste joden in de Nederlanden

De eerste joden in de Nederlanden vestigden zich in de Middeleeuwen vooral in de zuidelijke streken, met name in Brabant en Limburg. Omdat zij alleen maar van de (geld)handel mochten leven, woonden zij meestal in of bij de grote steden.

Een grafsteen, die ontdekt is in Tienen in het huidige België, duidt op de aanwezigheid van joden in de 13e eeuw in de Zuidelijke Nederlanden. Tienen was indertijd een bloeiende stad, dankzij de lakenindustrie. De gevonden grafsteen, met een Hebreeuws opschrift, is gewijd aan Rebecca, dochter van  rabbi Mozes. De grafsteen vormt het bewijs, dat de plaatselijke joden in 1255 al een eigen begraafplaats hadden. Ook de Maastrichtse Jodenstraat uit 1295 geldt als een van de oudste bewijzen van aanwezigheid van joden in de Nederlanden. In Overijssel waren vanaf 1332 joden onder andere als geldschieters werkzaam. Tijdens de pestepidemie, die woedde tussen 1347–1350, werden de meesten van hen als zondebokken verdreven en waren er talloze pogroms in heel Europa met tienduizenden joodse slachtoffers. De enige pogrom die in Nederland plaatsvond, was in deze periode. De joden werden ervan beschuldigd de pestepidimie te hebben veroorzaakt doordat zij de bronnen en de waterputten zouden hebben vergiftigd. In 1349 werden als gevolg daarvan in de IJsselsteden Kampen, Zwolle, Deventer en Zurphen, maar ook in steden als Arnhem, Nijmegen en Utrecht, alle daar woonachtige joden levend verbrand. In de 15e eeuw werd de positie van de joden geleidelijk wat beter. Er werden "jodenbrieven" uitgegeven, die hen in staat stelden zich opnieuw in het kredietwezen te begeven. Het waren echter tamelijk kleine aantallen, die toentertijd in de Nederlanden leefden. In tegenstelling tot andere Europese landen, hoefden de joden hier te lande niet in aparte stadswijken (ghetto's) te wonen. Ook hoefden ze geen merkteken op hun kleding te dragen. Wel waren de meeste beroepen voor hen verboden en mochten zij absoluut geen kritiek op het christendom uiten. Trouwen was hun alleen toegestaan in eigen kring.

Bronnen:
-    J.C.H. Blom e.a., Geschiedenis van de joden in Nederland, Amsterdam 1995, p. 21  en 54
-    J. Michman, H. Beem en D. Michman, Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, Ede/Antwerpen/Amsterdam 1992, pag. 3.
- Wikipedia, onder: Geschiedenis van de Joden in Nederland [voorjaar 2008]
- Joods leven in en om Zwolle, Folder bij de tentoonstelling in de Zwolse synagoge, Stichting Judaica Zwolle, 1992.

Ingebracht door: Wim Neevel te Ommen.
Aangevuld door: Redactie Judaica-Bulletin.
Gepubliceerd: Judaica-Bulletin 21, 3.