info@judaica-zwolle.nl
Stichting Judaica Zwolle
Bestuur

Bij het afscheid van de bestuursleden Wil Cornelissen en Dick Broeren - Peter van 't Riet - 2005

Per 1 januari 2005 van dit jaar heeft Wil Cornelissen zijn bestuurslidmaatschap van de Stichting Judaica Zwolle neergelegd. Na vele jaren bij het werk van onze stichting betrokken te zijn geweest, vond hij dat de tijd gekomen was om het wat rustiger aan te gaan doen. Per 1 juli 2005 heeft ook Dick Broeren het bestuur verlaten en zijn werkzaamheden voor de stichting beëindigt. Daarmee verliezen we voor het bestuur twee waardevolle krachten, maar bovenal twee trouwe vrienden. Natuurlijk blijft ook buiten het bestuur om het vriendschappelijk contact bestaan en we hopen in de toekomst af en toe van hun verdere activiteiten te mogen profiteren.

Wil Cornelissen en Dick Broeren zijn in dezelfde periode tot het bestuur toegetreden: het seizoen 1989-1990 en hebben er allebei dus een bestuurslidmaatschap van ruim vijftien jaar opzitten. De eerste vermelding van Wil Cornelissen in de notulen van de stichting dateert van 4 september 1989. Het bestuur had kort daarvoor afscheid genomen van mede-oprichter Jan Drentje, die naar Wijhe verhuisd was. En ook Sietske Chayon-Bosgraaf overwoog haar bestuurslidmaatschap te beëindigen. Het was de tijd van de besluitvorming over de joodse straatnamen in de wijk Schellerbroek in Zwolle-Zuid, waar Wil Cornelissen nauw bij betrokken was. We kenden Wil uit het bestuur van de Stichting Voortbestaan Synagoge Zwolle, waarvan hij in januari van dat jaar lid was geworden. In de notulen van 4 september lezen we: "Besloten wordt de coördinatoren [van de cursussen] eens uit te nodigen voor een bestuursvergadering. Wil Cornelissen zal eveneens benaderd worden." De betrokkenheid van Wil bij de joodse gemeente, zijn kennis van en interesse in de locale geschiedenis en zijn wortels in de Zwolse gemeenschap leken ons een aanwinst voor de Stichting Judaica te zijn.

In de notulen van de volgende bestuursvergadering van 22 november 1989 duikt dan ook voor het eerst de naam van Dick Broeren op. Wil en Dick worden door de voorzitter ter vergadering welkom geheten. Dick Broeren wordt omschreven als één van de cursusdeelnemers. Beiden willen overwegen tot het bestuur toe te treden. Bij punt 8 Rondvraag is het voor Wil meteen raak: "Wil besluit toe te treden tot het bestuur. Dick (inmiddels vertrokken) heeft te kennen gegeven graag betrokken te willen blijven." Dick, op dat moment woonachtig in Coevorden, heeft er in de maanden daarna wat langer over gedaan. Op 18 januari 1990 is hij afwezig. Bij punt 11 Rondvraag lezen we: "Dick zal de volgende vergadering worden gevraagd of hij tot het bestuur wil toetreden." Op 15 maart 1990 is hij weer van de partij. Er wordt geen besluit vermeld, noch van Dick, noch van het bestuur. Maar in het jaarverslag 1989-1990 vernemen we dat hij op 15 maart 1990 bestuurslid is geworden.

Die gang van zaken is karakteristiek voor beide heren. Wil Cornelissen weet snel wat hij wil, heeft niet lang nodig om te beslissen. Dick is voorzichtiger, neemt langer de tijd. Maar als het zover is gaan beiden voor de zaak waar zij voor gekozen hebben. Veel heeft onze stichting dan ook aan beiden te danken.

Wil Cornelissen wordt in de notulen vaak vermeld bij de rondvraag. Niet dat hij zo vol vragen zat, maar mededelingen die bij geen ander agendapunt pasten, kon hij er veelvuldig in kwijt. En op zijn eigen onnavolgbare manier werden die mededelingen meestal korte verhaaltjes, waar zijn mede-bestuursleden geboeid naar luisterden. De inhoud varieerde van herdenkingen en onthullingen van monumenten tot presentaties van boeken, gevonden historische voorwerpen of publicaties, memorabele voorvallen uit het leven van bekende joodse Zwollenaren (altijd prudent!) en optredens van zijn zanggroep Balsem. Zijn grootste faam wist Wil op te bouwen met zijn rondleidingen in de synagoge op Open Monumenten Dag en bij de openstellingen van de tentoonstelling. Hij schreef bijdragen aan het Judaica Bulletin en gaf cursussen over diverse onderwerpen zoals joodse kleinkunst, het zionisme, joodse artiesten en antisemitisme. In de jaren '90 hielp hij mee de tentoonstelling op het voormalige vrouwenbalkon van de synagoge samen te stellen en tot op heden is hij lid van de tentoonstellingscommissie. Dit alles blijven we ons van zijn bestuursperiode herinneren, maar bovenal zullen wij Wil herinneren als een zachtmoedig en humoristisch mens die met zijn opgewektheid uitstraalde dat uiteindelijk het leven tov is. We hopen hem nog lang zo te mogen ontmoeten.

Ook aan Dick Broeren heeft de Stichting Judaica veel te danken. In de loop der tijd is hij steeds dichter naar het Zwolse toegegroeid en enige jaren geleden heeft hij zich hier dan ook gevestigd. Zijn actieve betrokkenheid bij het werk van de stichting groeide in die beweging mee. Vanaf het seizoen 1990-1991 gaf hij cursussen. Eerst inleiding in het jodendom met materiaal van anderen. Vanaf 1993 tot heden ging hij in het leerhuis zijn eigen weg. Zijn cursussen werden druk bezocht en wachtlijsten waren geen uitzondering. Altijd was het "lezen met de rabbijnen": Ruth, de Jozef-verhalen, Tenach, de Tien Woorden, Esther, Noach, en vanaf 1997 de fameuze serie over de Psalmen. Daarnaast leverde hij regelmatig zijn bijdragen aan het Judaica Bulletin. Zijn serie "Hebreeuws, een goochem alfabet" van Alef tot Reesj zal hij na zijn afscheid nog voltooien met de letters Sjin en Taw. Sinds oktober 2001 was Dick tevens hoofdredacteur van het Judaica Bulletin, waarvan hij de 15e t/m 18e jaargang bestierde. Zijn gezondheid staat het hem niet toe daar mee door te gaan. Ook aan Dick zijn bestuurslidmaatschap houden we goede herinneringen over. Zijn doorzettingsvermogen, zijn gevoel voor understatement en zijn kennis van de rabbijnse literatuur zijn voor ons van grote waarde geweest.

Ik wens ook namens de andere bestuursleden Wil en Dick en hun echtgenotes voor de komende jaren het allerbeste en veel mazzel tov toe.